Beveiligingstechniek

Gecertificeerd inbraakalarmsysteem

 

De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) is van toepassing op de beveiligingswerkzaamheden. De beveiligingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform de Nationale Beoordelingsrichtlijn (NBRL). Als gecertificeerd beveiligingsbedrijf voldoen wij als Voskamp Beveiligingstechniek aan alle voorwaarden en kunnen uw inbraakalarmsysteem voorzien van een juist en geldig kwaliteitsdocument.

Tevens zijn de volgende onderliggende documenten van toepassing:
- Verbeterde Risicoklasseindeling VRKI 2.0
- Installatievoorschriften voor alarmapparatuur
- Voorschriften voor beheer en onderhoud alarmapparatuur

Risicoanalyse en risicoklassebepaling

De inbraakgevoeligheid van uw woning of bedrijf wordt gemeten aan de hand van een analyse van omgevingsrisico’s, de inbraakgevoeligheid van uw woning of bedrijf, de attractiviteit van uw inventaris en goederen en de plaats van de goederen in uw woning of bedrijf. De attractiviteit van de goederen (artikelen of inventaris) is onderverdeeld in categorieën: Laag (L), Midden (M), Hoog (H), en  Zeer Hoog (ZH).

De indeling van de goederen is afhankelijk van de mate waarin de goederen aantrekkelijk zijn voor diefstal. Naast de attractiviteit wordt dit bepaald door de meeneembaarheid van de goederen als enkel stuk goed of complete pallet of in dozen. Goederen in een magazijn hebben een hogere attractiviteit dan op het schap in de winkel en deze hebben in de regel een hogere attractiviteit dan goederen in eigen gebruik.

Denk aan:

  • Ligging pand, uitvalwegen, aanrijtijd politie, sociale controle, omheining terrein (hoogte en kwaliteit), terreinbewaking.
  • Inbraakhistorie eigen pand en woningen of bedrijven in de omgeving, vandalismerisico.
  • Bouwkundige staat van het te beveiligen pand (metselwerk of damwandprofielen), veel/weinig glas.
  • Plaatsbepaling van attractieve goederen in het pand.
  • Immateriële attractieve goederen (alleen van toepassing bij woningen).

De risicoklasse, die het minimale niveau van de beveiligingsmaatregelen bepaalt, wordt vastgesteld door de verzekerde waarde van de attractieve goederen (inbraakgevoelige en makkelijk mee te nemen goederen) te bepalen. Voor iedere beveiligingstoepassing en dus in elke beveiligingsklasse (risicoklassebepaling) dient een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld waarin minimaal de niveaus van de maatregelen worden weergegeven. Het PvE/intakedocument wordt opgesteld zodra de kaders hierin duidelijk zijn, zo nodig is overleg nodig met uw verzekeraar. Het PvE/Intakedocument dient door de eindgebruiker en waar nodig door de assuradeur ter goedkeuring te worden getekend.

Een goed beveiligingsplan is opgebouwd uit de onderstaande, op elkaar afgestemde, maatregelen:

  • Organisatorisch (O)
  • Bouwkundig (BK)
  • Compartimentering (CO)
  • Meeneembeperkend (ME)
  • Elektronisch (EL)
  • Schildetectie (SD)
  • Reactie (RE)
  • Alarmtransmissie (AT)

De bovenstaande maatregelen hebben als doel:

  • Het zo snel mogelijk signaleren van een inbreker en het doormelden hiervan naar een Particuliere Alarm Centrale;

  • Het vertragen van de inbreker door middel van bouwkundige maatregelen;

  • Het afschermen c.q. compartimenteren van attractieve en schadegevoelige goederen;

  • Een verantwoord evenwicht vormen tussen het effect, de wendbaarheid en de kosten van de in dit beveiligingsplan geadviseerde maatregelen. 

Organisatorische maatregelen

Het zeer belangrijke onderdeel in het beveiligingsplan zijn de organisatorische maatregelen. Alleen een samenhang van de verschillende maatregelen(organisatorisch, bouwkundig en elektronisch) geeft een gewenst resultaat. Onderstaand treft u de standaard maatregelen. 

Graag bespreken we in een vervolggesprek/-afspraak de eventuele specifieke maatregelen toegespitst op uw eigen situatie en risico.

  • Sleutelbeheer en registratie:
    Beperk de uitgifte sleutels voor de hoofdtoegangsdeuren tot een minimum. Zorg ervoor dat alleen bevoegde personen (en registreer deze) in het bezit zijn van een sleutel en dat eventuele reservesleutels goed worden opgeborgen. Om het aantal in gebruik zijnde sleutels te beperken, kan gebruik gemaakt worden van gelijksluitende cilinders. De inbraakwerende eigenschappen van sloten zijn gebaseerd op een situatie dat het slot op het nachtslot zit en de sleutel uit het slot is gehaald, dit voorkomt ook dat door middel van flipperen (terugduwen van de dagschoot met behulp van bijvoorbeeld een betaalpasje) de deur kan worden geopend. Er dient een meldingsplicht te zijn bij verlies van een sleutel.
  • Sluitronde:
    Bij het afsluiten van het gebouw en het inschakelen van de alarminstallatie, dient te worden gecontroleerd of alle ramen en deuren zijn afgesloten. Maak daar een vaste afsluitronde van; dit beperkt de kans om een deur of raam te vergeten. Maak duidelijke afspraken over wie er verantwoordelijk is voor het afsluiten en wie er als plaatsvervanger optreedt. 
  • Merken en registreren van waardevolle goederen:
    Waardevolle goederen dienen duidelijk en onuitwisbaar gemerkt te zijn met uw (bedrijfs)naam, alsmede bijvoorbeeld postcode en huisnummer. De merken dienen duidelijk, onuitwisbaar (bijv graveren, etsen of inbranden), op een in het oog springende plaats en niet eenvoudig wegneembaar deel van het waardevolle goed te zijn aangebracht. Maak eventueel foto’s. Na een diefstal kan dit nuttig zijn voor herkenning en opsporing en voor het vaststellen van de schade.
  • Beveiligingsverlichting:
    Beveiligingsverlichting kan zeer preventief werken indien de omgeving sociale controle toelaat en de inbreker inderdaad de kans loopt om gezien te worden. Het verlichtingsniveau dient, met name ter plaatse van deuren, ramen en opklimmogelijkheden, ten minste gelijk te zijn aan dat van de openbare verlichting. 
  • Opbergen goederen:
    Waardevolle goederen, die niet permanent in gebruik zijn in een als zodanig aangemerkt compartiment of afsluitbare ruimte, behoren te worden ondergebracht in een compartiment of afsluitbare ruimte.
  • Opklimmogelijkheden:
    Opklimmogelijkheden om het pand, zoals afvalcontainers, afdaken, een stapel pallets, een ladder, de afdekkap van de zonwering e.d., dienen zoveel mogelijk vermeden te worden. Speciale aandacht verdienen in dit verband ook tijdelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de steiger van een schilder. 
  • Terrein:
    Bij de aanleg en het onderhoud van de beplanting rondom het pand dient ervoor te worden gezorgd dat het geheel overzichtelijk blijft. Het is van belang dat de inbreker niet ongezien te werk kan gaan door hoog opgaande begroeiing of zich hierin kan verschuilen. Het verdient aanbeveling om de hoogte van de begroeiing om het pand te beperken tot circa 1 meter. Het is goed om hiermee rekening te houden bij de keuze van de beplanting en ook om bij het tuinonderhoud het onderwerp inbraakpreventie niet uit het oog te verliezen. Toepassing van doornachtige beplanting kan de toegankelijkheid verminderen. Het toepassen van een hekwerk om het terrein maakt het betreden nooit geheel onmogelijk, maar een hek vormt wel een extra barrière. Ook voor vandalen en bij de eventuele afvoer van de buit. Bovendien vormt het hek een juridische afscherming. Iemand die aan wordt getroffen achter een hek is in overtreding, artikel 461 WBVS.
  • Toegangscontrole:
    Het verdient aanbeveling om een vorm van toegangscontrole te organiseren om zoveel mogelijk te voorkomen dat onbevoegden het terrein of het pand betreden. Enerzijds bestaan hiervoor technische hulpmiddelen, anderzijds is het ook weer een kwestie van organisatie. Niet alleen via een portier of een receptioniste, maar ook via (de andere) personeelsleden die de instructie hebben om onbekenden aan te spreken en (zo nodig) te verzoeken het terrein/bedrijf te verlaten.
  • Wijzigingen en omstandigheden:
    Inbraakbeveiliging is altijd maatwerk, alle maatregelen worden/zijn speciaal afgestemd op de gegeven situatie. Indien er wijzigingen plaatsvinden in de vorm van verbouwing/uitbreiding, het wijzigen van de indeling of looproutes, de bestemming van ruimten en/of de attractiviteit van de aanwezige goederen, dient te allen tijde te worden nagegaan of het nodig is de beveiliging aan te passen. Controleer tevens regelmatig of het ‘oorspronkelijke kijkveld’ van de ruimtelijk werkende detectoren niet wordt belemmerd.

Bouwkundige maatregelen

Bouwkundige maatregelen aan de buitenzijde van het gebouw zijn bedoeld om diefstal te voorkomen en werken tijd vertragend voor indringers. Een inbreker herkent goede beveiliging en zal elders gaan kijken als hij moeilijk binnenkomt. Hang- en sluitwerk van goede kwaliteit kun je herkennen aan het SKG keurmerk (Stichting Kwaliteit Gevelbouw). Dit is het label voor producten die getest zijn volgens de nieuwste normen en voldoen aan sterkte en duurzaamheid. Het aantal sterren vertegenwoordigt het aantal minuten inbraakvertraging. Zorg dat je sloten altijd beschikken over dit SKG keurmerk. Daarnaast is het belangrijk dat de kozijnen en deuren van goede kwaliteit zijn. 

Compartimenteringsmaatregelen

Compartimenteringsmaatregelen zijn maatregelen aan de binnenzijde van een gebouw. Compartimentring is het opdelen van het gebouw in verschillende inbraakwerende (of brandwerende) compartimenten, zodat bij een inbraak door de buitenschil binnen het gebouw nog andere schillen moeten worden doorbroken om tot de buit te komen.

Meeneembeperkende maatregelen

Voor waardevolle goederen die niet kunnen worden opgeborgen in een kluis, kunnen meeneembeperkende maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen maken het onmogelijk om waardevolle goederen, zoals beeldschermen en computers, snel af te voeren.

Elektronische maatregelen

Een inbraakalarmsysteem zorgt ervoor dat de inbreker onmiddellijk wordt gedetecteerd en er gealarmeerd wordt met licht- en geluidssignalen. Tevens vindt er een doormelding plaats naar een alarmcentrale. 
.

Schildetectie

Schildetectie heeft betrekking op inbraaksignalering. Detectoren zijn geplaatst of voor de periferie van een gebouw of deel van een gebouw. Hierdoor vind snelle detectie plaats bij het benaderen van het pand of bij binnendringing.

Reactie

Alarmopvolging is noodzakelijk om het uiteindelijke doel van inbraakbeveiliging te bereiken; de dader ontmoedigen of de pakkans vergroten. De reactietijd van de opvolgingsdienst is hierbij van belang.

Alarmtransmissie

Het alarmtransmissiesysteem tussen uw inbraakalarmsysteem ende alarmcentrale moet gebruik maken van een veilig en betrouwbaar netwerk. Transmissie start op het moment dat een alarm wordt gesignaleerd en loopt door tot het moment dat het signaal wordt ontvangen in de alarmcentrale.

Verdieping ten aanzien van de maatregelen kunt u nalezen in het document “Definities van beveiligingsmaatregelen” van het VRKI 2.0 . Voor verder advies over de te nemen maatregelen, afgestemd op uw specifieke situatie, kunt u contact opnemen met één van onze technisch adviseurs.

Een brandveilige woon- en werkomgeving.jpg